Wanneer werd het zadeldak uitgevonden?

Zadeldaken dateren uit de vroege Griekse tijd, waar ze in tempels werden gebruikt. De daken zijn sindsdien architectonische hoogstandjes in Noord-Europa en Amerika.

Wanneer werd het zadeldak uitgevonden?

Zadeldaken dateren uit de vroege Griekse tijd, waar ze in tempels werden gebruikt. De daken zijn sindsdien architectonische hoogstandjes in Noord-Europa en Amerika. Een gebouw dat met zijn gevel naar de straat kijkt, wordt een gebouw met voorgevel genoemd. Gevelgevel, driehoekig deel van de muur aan het einde van een schuin dak, dat zich uitstrekt van de dakrand tot de top.

De gevels in klassieke Griekse tempels worden frontons genoemd. Modernistische architecten uit de 20e eeuw namen het concept van het zadeldak en draaiden het om, waardoor het volledig tegenoverliggende vlinderdak ontstond. Hoewel zadeldaken gevels hebben, hebben vlinderdaken geen vlinders tenzij ze nerveus zijn. Het zadeldak is met succes gebruikt in de bouw sinds de klassieke architectuur van de Griekse en Romeinse beschavingen.

Het is het eerste huis dat de kinderen leren tekenen, bijna instinctief, een duidelijk teken dat eenvoud en efficiëntie door de eeuwen heen blijven bestaan. Angi legt uit hoe de zolders onder zadeldaken enkele nokventilatieopeningen toevoegen; ze definiëren ze als ventilatieopeningen met een ontwerp waarmee u de temperatuur in uw huis kunt regelen. Een zadeldak is een dak met twee schuine zijden die samenkomen bij een bergkam, waardoor eindwanden ontstaan met een driehoekige verlenging, een gevel genaamd, aan de bovenkant. Zoals hier te zien is, werd een voorgevel de perfecte ingang naar een garage in de voorsteden in het tijdperk van de privéauto.

Als het geveluiteinde echter boven het dakniveau uitsteekt om een borstwering te vormen, kan het silhouet een van de vele soorten zijn, zoals de crowstepped, catstepped of corbiestepgevel met een getrapte omtrek. Uit de 17e-eeuwse barokperiode van de Europese industrialisatie wordt een Nederlandse gevel gekenmerkt door een klein fronton aan de bovenkant. De gevel aan het einde van een constructie met nokdak, of geveluiteinde, heeft meestal rechte zijkanten, volgt de helling van het dak en wordt vaak begrensd door de overhangende dakrand van het dak. Het toenemende belang van de regenwerende bekledingssystemen heeft geleid tot het zoeken naar continuïteit tussen gevel en dak.

Hier in Frankfurt, Duitsland, is het oude stadhuis een gebouw met drie gevels dat ooit de grote herenhuizen van de Romeinse adel was. De gevels van vandaag kunnen een stem geven aan de esthetiek of eigenzinnigheid van een huiseigenaar, een trend was om de gevels van Victoriaanse huizen fel te kleuren. Ze hebben twee schuine zijden die samenkomen bij een bergkam, waardoor eindwanden ontstaan met een driehoekige verlenging, een gevel genaamd, aan de bovenkant. een zadeldak op een kerktoren (zadeltoren) wordt in Zwitserland meestal een 'kaaswigdak' (Käsbissendach) genoemd.

Architectuur langs het Nederlandse grachtensysteem bestond soms uit twee gezichten: een tuitgevel aan de opleveringsingang en een meer sierlijke Nederlandse gevel aan de straatkant. Het voordeel hiervan is de extra ruimte die u krijgt; meer kruiszadeldaken staan gelijk aan meer binnenruimte. Uiteindelijk werden gevels zelf gebruikt als versiering waarbij de gevel belangrijker werd dan het dak.